DonarMuseum
« Terug naar verhalenoverzicht

Basketbalkampioen van Nederland vijfentwintig jaar geleden

Door Maarten van Gent

NB: dit bericht is afkomstig van de weblog van Maarten van Gent


Deze week ontving ik vele e-mails uit Groningen, betreffende het feit dat Nationale Nederlanden Donar vijfentwintig jaar geleden basketbalkampioen van Nederland werd.
E-mails van mensen die ik niet ken en zich zelfs soms bewust niet eens willen voorstellen, vragen of ik op hun site ga vertellen hoe geweldig het was om met Donar kampioen te worden in het seizoen 1981- 1982.
Ik doe het maar op mijn eigen site, dan kunnen ze het er vanaf halen! Het wordt geen geweldig verhaal! Ik heb daar gewoon mijn werk gedaan en dat was niet al te gemakkelijk.
In het seizoen 1980 - 1981 werd ik gevraagd als coach van Donar. Als eerste gegadigde stond Jan Dekker op de lijst. Een speler die nog nooit had gecoached en bij Den Bosch speelde. Waarom het met hem niet doorging, weet ik niet precies. Ik werd gevraagd door Jan Kamman, een gymleraar, die het jaar ervoor het team had gecoached. Hij was de beste vriend van Renzo Zwiers, een speler van dat team. Zwiers was ook een zeer goede vriend van Mart Smeets. Hij noemde Renzo in zijn verslagen “de blonde god van café Havenzicht”, dat had weinig met basketball te maken! In die tijd dronk ik geen druppel alcohol, dus dat maakte op mij geen enkele indruk. Tot op vandaag weet ik nog steeds niet waar café Havenzicht zich in Groningen bevindt.
Het team in 1980 bestond voornamelijk uit spelers die allemaal op dezelfde positie speelden. Voor de basketballleek; neem als voorbeeld een voetbalteam met zeven rechtsbacks of acht linksbuitenspelers. De meeste spelers hadden ook nog een dubbele nationaliteit en waren van middelmatig niveau. Het resultaat was er dan ook naar. Een vijfde plaats en geen playoffs in seizoen 1980-1981. Ik had tijdens dat seizoen al meerdere malen aangegeven hier niet meer mee door te gaan. Maar, er werd mij door de sponsor beloofd dat ik het volgende seizoen mijn eigen team mocht samenstellen. Dat gebeurde, maar niet zonder problemen. Ik had besloten om zeven spelers te vervangen, het grootste probleem was het vervangen van Renzo Zwiers. Hij was te goed voor de bank en niet goed genoeg op zijn positie als small forward om kampioen te worden.
Hoewel het bestuur op de hoogte was van dit feit, had men hem niet ingelicht dat hem iets vervelends te wachten stond. Het was pijnlijk om hem, totaal nietsvermoedend, te moeten zeggen dat hij als boegbeeld van Groningen er niet meer bij zou zijn.
De spelers die konden blijven waren John Franken, Martin de Vries en Hans van Rooden. Deze werden aangevuld met Jimmy Moore, David Lawrence, Al Faber, Ron Kruidhof, Albert van der Ark, Frank Ardon en Roland van der Bergh.

Het aantrekken vanVan der Bergh was een geval apart. Het bestuur was het niet met mijn keuzes eens, maar door de sponsor meer of min gedwongen om mij mijn gang te laten gaan. Zij hadden het de voorgaande tien jaren mogen doen, zonder resultaat! Het bestuur had plotseling uit het niets een Nederlandse speler laten aanrukken genaamd Hille van der Kooij. Hille had in Amerika op college gespeeld en was vele malen beter dan Van der Bergh, werd meegedeeld door een bestuurslid die van der Bergh was gaan scouten in de USA.
Helaas vond ik deze mening onjuist en ik heb toen een manier bedacht om Van der Bergh toch aan het team toe te voegen en Van der Kooij op een prettige wijze voor hem ergens anders aan de slag te laten komen. Ik wist dat Haaksbergen, onder leiding van hun voorzitter Gerard van Hal, op zoek was naar een speler op de positie van Van der Kooij. Ik wist ook wat Groningen aan Van der Kooij als salaris had geboden. Na een telefoontje aan van Hal was alles geregeld. Van Hal kwam naar een oefenwedstrijd kijken van Groningen en drukte na afloop Van der Kooij een briefje in de hand met zijn telefoonnummer er op geschreven. Het resultaat was dat van der Kooij binnen een mum bij het team van Haaksbergen werd ingelijfd. Het Groningse bestuur was daar niet blij mee!
Toen, tot overmaat van ramp, ze er ook nog achterkwamen dat Van der Bergh een door de manager Johan Diedrich en ondergetekende in elkaar gedraaid contract had ondertekend waren de rapen helemaal gaar. Het gehele verdere seizoen heeft het bestuur op mijn nek gezeten en van alles geprobeerd om me te ontslaan. Winnen was de enige remedie om dit te voorkomen.
Dat gebeurde meestal wel, behalve in februari van 1982, toen er op rij twee maal werd verloren. Bij een eventueel verlies voor de derde keer, zou ik op staande voet worden ontslagen. Ik had een foutje gemaakt in die periode, door een paar weken alleen op de verdediging te trainen. Ik had het volgende uitgevonden: We speelde wedstrijdjes op de training tot de 10 en alleen verdedigende punten telden. De verliezende partij moest elke keer suicides lopen! In het begin alom verwarring! De verdediging werd er wel beter van, maar men vergat in de wedstrijden te scoren. De derde wedstrijd op rij werd niet verloren en ik kroop door het oog van de naald.
We eindigden in de competitie op de tweede plaats na Nashua den Bosch. In de playoffs, in de best of three, moesten we het tegen Parker Leiden opnemen. In de competitie was dat altijd goed gegaan, maar de eerste playoffwedstrijd thuis werd verloren. Ik zag het toen totaal niet meer zitten.
Er gebeurde toen echter van alles. De moeder van de gebroeders Koeman had gemerkt dat ik kapot zat. Hoe en waar dat precies gebeurde, kan ik me niet meer herinneren, maar ze kwam me een dag na de verlieswedstrijd, samen met een vriendin van haar, ophalen. Ze hebben me toen de hele avond van kroeg naar kroeg gesleept, om maar te zorgen dat ik het drama zou vergeten. Ik vertel nu iets dat niemand weet en ik nog nooit aan anderen heb verteld, maar na vijfentwintig jaar kan het nu wel!
De kuur hielp en ook de voorzitter Henk Stolk, van mijn vroegere team Frisol, heeft door handopleggingen bij de spelers in de kleedkamer het tij doen keren in ons voordeel bij de tweede uitwedstrijd. Dat was wat velen dachten, maar volgens mij de werkelijke reden dat we in Leiden en daarna in Groningen van Parker wonnen, is het feit dat de pleuris in Leiden was uitgebroken.
Ton Boot was toen coach van Leiden en zoals gewoonlijk kon het merendeel van het bestuur hem nauwelijks pruimen. Er was daar een manager, Frans van Egtmond, door Boot steevast Van Echtdom genoemd, die voor Parker de boel in het honderd liet lopen. Hij bracht na de gewonnen eerste wedstrijd tegen Groningen naar buiten dat het volgende seizoen door Theo Kinsbergen zou worden gecoached en gesponsord en dat vriend Boot en vele spelers van het huidige team voor de toekomst zouden worden bedankt. Dat werkte natuurlijk niet echt motiverend!
Dus: einde oefening Parker Leiden. We wonnen de tweede en derde wedstrijd zonder probleem. Dus, finale tegen Den Bosch in de best of five.
Het bestuur van Groningen had in het geheim al een contract afgesloten met de coach van Den Bosch, Bill Sheridan, voor het volgende seizoen. De wedstrijden tegen Den Bosch gingen gelijk op, er werd met een paar punten gewonnen of verloren.
Allerlei gebeurtenissen vonden plaats. Jimmy Moore raakte geblesseerd aan zijn teen en kon na een paar inspuitingen tegen de pijn niet meer spelen.
Via Bill Pijl van BV Groningen kreeg ik een telefoontje van Ruud Hensen. Hensen werd gezien als een kwakzalver en in Groningen niet serieus genomen. Hij vertelde me via de telefoon dat hij Moore kon laten spelen. Gelieve geen spuiten meer te geven en Moore door hem te laten behandelen. Het lukte en Moore kon alle wedstrijden meespelen. Helaas was de therapeut van Groningen zo boos dat hij de verzorging niet meer wilde doen. Ook het feit van de handoplegger Stolk gaf veel weerstand bij de begeleiding. Dit alles gold niet voor de spelers. Zij zagen het helemaal zitten en kregen vooral door het meespelen van Moore alle zelfvertrouwen die nodig was om het kampioenschap te winnen.
Toen bij Den Bosch ook nog de beste speler Danny Cramer geblesseerd raakte en niet meer mee kon spelen was het klusje snel geklaard. De vierde wedstrijd in Groningen werd gewonnen met het minimale verschil en Nationale Nederlanden werd kampioen.
Ik heb direct na de wedstrijd mijn spullen gepakt en heb me jaren in Groningen niet meer laten zien. Ondanks de positieve mensen als Albert van der Ark, Johan Diedrich en Bill Pijl, die ik toch even wil noemen. En natuurlijk alle medewerkers van Nationale Nederlanden.
Ik heb direct na het seizoen een contract getekend met Gerard van Hall in Haaksbergen, waar inmiddels Hille van der Kooy wegens matige prestaties al was vertrokken.