De beginjaren
Door Jan Muntinga
In 1950 maakte Groningen voor het eerst kennis met basketball. Op initiatief van de heer W.P. Struik, universitair sportdocent en docent aan de A.L.O., werd aan het eind van dat jaar een demonstratiewedstrijd gespeeld.
Er bleek na een oproep in de krant voldoende belangstelling te zijn om te komen tot de geboorte van het district Groningen der N.B.B. (21 januari 1951).
In dat seizoen werd in de Korenbeurs nog een halve competitie op touw gezet, waarvan de eerste wedstrijd tussen het Praedinius Gymnasium en het personeel van de Rijksuniversiteit eindigde met de gedenkwaardige uitslag van 12 – 0.
Basketball was in het begin voor de meeste beoefenaren alleen maar een bijsport. De deelnemende verenigingen waren overwegend handbal-, korfbal- en atletiekclubs. Daarnaast moeten vooral de studenten- en middelbare schoolverenigingen worden genoemd.
In de veel te smalle zaal van de Korenbeurs kon de basket met een zoneverdediging vrijwel hermetisch worden afgeschermd.
(Opvallende teams in deze periode waren die van de korfbalclubs (afstandsschoten), de ploeg van de militaire sportschool te Hooghalen met o.a. de befaamde voetbaltrainer Rinus Michels)
Na verloop van enige jaren kregen de echte basketballers meer en meer de overhand. De eerste Groninger oefenmeesters behaalden hun basketballdiploma's en de typische basketballtechniek begon te zegevieren. Het Groninger team boekte tegen Newcastle zijn eerste overwinning.
Een nieuw tijdperk brak aan toen de studentenvereniging G.S.S.V. DONAR in 1958 een plaats in de landelijke hoofdklasse A kreeg toegewezen. Dit seizoen bracht een geweldige opleving te weeg, de Korenbeurs trok ongekende aantallen bezoekers. Door de confrontatie met het westelijke spelpeil viel er in technische en tactische opzicht veel te leren. Voor het eerst viel er onder andere van een jump en een hookshot te genieten.
Maar het was vanuit deze zaal dat de heren van G.S.S.V. Donar zich een plaats in de eredivisie bevochten. Vermeldenswaard is ook dat Jan Loorbach destijds als eerste Groninger basketballer verkozen werd in het Nederlands team.
De daarop volgende jaren kenmerkten zich door een geleidelijke groei van het spelpeil en een sterke toename van de belangstelling. De stad Groningen was lange tijd het enige basketballbolwerk in het noorden, maar na een intensieve campagne traden ook verenigingen uit Delfzijl, Stadskanaal, Musselkanaal, Veendam, Winschoten, Assen, Hoogeveen en Emmen tot het district toe.
De competitie was inmiddels van de korenbeurs overgeplaatst naar de hal van de groenteveiling, waar drie velden van de voorgeschreven afmetingen konden worden uitgezet.
Dit was een belangrijke verbetering, omdat toen eindelijk met de hegemonie van de zoneverdediging kon worden afgerekend.